Praten doe ik graag. Lezen en schrijven ook. Waarom zou ik dan niet gaan bloggen? Als ik loop praat ik ook veel. Met mezelf dus. Lange conversaties, hele gesprekken. Soms denk ik over niks, soms denk ik over alles. Maar toch ben ik continue in gesprek met mezelf. Vaak vergeet ik wat ik denk, soms ook niet. Soms los ik iets op, vaak bedenk ik iets nieuws. Veel vergeet ik weer. Maar soms lijkt het alsof het de plek is waar ik loop, die mijn gedachten opnieuw (en opnieuw) laat beleven. Die mijn conversaties laat herhalen. Misschien is het slim om mijn gedachten op te schrijven, misschien ook niet. Maar als ik het niet doe, kan ik er niks over zeggen!
Het was op een stormachtige avond dat ik gebeld werd. Ik wist meteen wat er aan de hand was. Ik lag net te slapen, maar nu was het zaak van opstaan en vertrekken. Corona was zo hevig aanwezig dat we eigenlijk de weg niet op mochten. Er was een avondklok. Maar dit was belangrijker, dus samen met mijn vader en moeder zijn we naar het ziekenhuis in Amersfoort gereden. De rit was onwezenlijk. Je weet wat er te wachten staat, maar als het moment dan zover is en de realiteit je inhaalt, dan is er niks anders dan berusting en verdriet. Eenmaal aangekomen bij het ziekenhuis, hebben we de auto vlak voor de ingang van de EHBO geparkeerd. Het was midden in de nacht dus alle ruimte. Bij binnenkomst werden we snel naar de juiste kamer geleid en daar lag hij dan… Omdat hij uitbehandeld was, was hij een aantal weken daarvoor naar huis gestuurd. Het gaf mij de kans om alles te bespreken. Alles over vroeger, alles over nu, alles wat ons dwarszat, maar ook de kans om te zeggen dat ik van hem hou. Jammer...
Reacties
Een reactie posten