Doorgaan naar hoofdcontent

Afscheid nemen doet pijn

Het was op een stormachtige avond dat ik gebeld werd. Ik wist meteen wat er aan de hand was. Ik lag net te slapen, maar nu was het zaak van opstaan en vertrekken. Corona was zo hevig aanwezig dat we eigenlijk de weg niet op mochten. Er was een avondklok. Maar dit was belangrijker, dus samen met mijn vader en moeder zijn we naar het ziekenhuis in Amersfoort gereden.


De rit was onwezenlijk. Je weet wat er te wachten staat, maar als het moment dan zover is en de realiteit je inhaalt, dan is er niks anders dan berusting en verdriet. Eenmaal aangekomen bij het ziekenhuis, hebben we de auto vlak voor de ingang van de EHBO geparkeerd. Het was midden in de nacht dus alle ruimte. Bij binnenkomst werden we snel naar de juiste kamer geleid en daar lag hij dan…


Omdat hij uitbehandeld was, was hij een aantal weken daarvoor naar huis gestuurd. Het gaf mij de kans om alles te bespreken. Alles over vroeger, alles over nu, alles wat ons dwarszat, maar ook de kans om te zeggen dat ik van hem hou. Jammergenoeg was dat niet het meest vanzelfsprekend (om het uit te spreken) maar toch was het zo. Twee dagen voor deze nacht was de laatste keer dat ik hem gezien had.We maakten allebei dezelfde  zure grap. Tot nooit meer ziens. En gelijk hadden we.


En daar lag hij nu. In een ziekenhuisbed op de eerste hulp van het Meander Medisch Centrum in Amersfoort. Een paar uur geleden was hij gevallen op zijn hoofd. Teveel bloedverlies voor iemand die in de laatste fase van zijn leven zat. Buiten bewustzijn. Maar toch leek het erop dat hij bewust was dat wij er waren.


En wij, dat waren zijn kinderen, zijn vrouw en zijn schoonmoeder. Maar ook zijn vader en moeder en ik. Samen in een kamer op één van de meest verdrietige momenten van ons leven. Getuigen van een vader/zoon/echtgenoot/schoonzoon en broer die vecht voor zijn leven. Een gevecht waarvan we bij voorbaat al wisten dat het kansloos was. Het einde nabij.


Wat er toen allemaal gebeurde is met geen pen te beschrijven. Ik zal het toch enigszins proberen. Aanwezig zijn bij het einde van je broer is al wat, maar getuige zijn van de pijn en liefde bij zijn kinderen, en zijn ouders. Dat is helemaal wat. Al mijn eigen vezels en cellen schreeuwden om pijn. Tot in mijn botten. Maar de pijn bij het aanzien van het verdriet van mijn ouders was alles overtreffend. Het loslaten van je kind, het overleven, dat klopt helemaal niet. Het brengt je terug in een verleden van geboorte, tot opgroeien naar dit moment. Een moment van vrees, dat niemand ooit hoopt te ervaren, maar wat de keiharde realiteit was. Aan de ene kant hoop je dat het lijden niet lang zal zijn, terwijl je aan de andere kant hoopt je dat zijn laatste adem nooit zal komen. Bitterzoet verdriet, waar houden van en loslaten elkaar praktisch aanraken.


Op 24 juni van dit jaar was er een halve marathon in Sneek. Een deel van de loopgroep was daar aanwezig, maar zelf was ik er niet omdat ik die week daarvoor in Cheddar had gelopen. En midden in de nacht kwam daar opeens een opvallend whatsapp bericht. Eén van onze lopers was onwel geworden bij de finish, maar vanuit het ziekenhuis kwam het bericht dat alles goed zou komen.


Helaas was dit bericht te vroeg. Hij was op zijn hoofd gevallen en kreeg er vroeg in de morgen een herseninfarct overheen. Het telefoontje rond het middaguur op die zondag middag, veranderde die week in een achtbaan van emoties. Dagelijks contact met de IC, met de loopgroep en met zijn vrouw. Hoopvolle berichten die steeds minder hoopvol werden. En uiteindelijk het ultieme verdriet van zijn afscheid. Eén juli zal een dag zijn die voor altijd in het hart van onze loopgroep zit. Een dag waarbij we stil zullen staan met in onze gedachten die gekke, lieve, leuke, grappige, drukke, attente en liefdevolle Marcel.


Twee jaar geleden liep ik een marathon op Terschelling. De Berenloop. Voor mijn ouders en ter nagedachtenis aan mijn broer. Met in gedachten alle stappen die we samen op dat mooie eiland hadden gezet. Een barre tocht door weer en wind, met een moeizaam einde, zwaarder dan ik ooit had meegemaakt. Maar het heeft me wel gesterkt voor de volgende uitdaging, Marcel zou zijn eerste marathon lopen, in zijn Amsterdam. Dat is hem niet gegeven maar op zijn naam en met zijn nummer en zal ik Amsterdam voor hem uitlopen.Die medaille komt er, voor hem. Voor jou lieve Marcel. 


Reacties

  1. Lieve Jeroen wat een lieve woorden en wat doet het mij goed.
    Ik kijk uit naar zondag,dit zal zwaar worden maar ook zo mooi.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Zonder onze leeuw!

 Hij kwam bij me omdat hij pijn in zijn knie had. Maar het was een doelbewuste actie. Tijdens het uitlaten van zijn honden, had hij me wel eens zien lopen met een groeppie, en dat leek hem ook wel wat. Eerst herstellen was mijn advies. Maar hij had haast en kon niet wachten met aansluiten. Zijn enthousiasme was toen al bijna niet te temperen. Zo heb ik hem eigenlijk alleen maar gekend. Zijn geduld werd beloond, en de donderdag avond was de eerste kennismaking met de groep. Na één training was hij eigenlijk al een vast onderdeel van de groep. Op de zondag kon hij nog niet mee, dan loop ik al met twee andere vrienden. Maar met jouw knie is dat op dit moment ook te ver vriend was mijn antwoord. Toch liep hij frequent, bijna te toevallig, met zijn hondjes op de plek waar wij onze ronde begonnen. Een paar weken later liep hij ons opeens tegen het lijf in hardloopkleren. "Nou, dan loop ik meteen toch ff een stuk mee!"; was zijn mededeling. En dat terwijl wij net een lange training

Relativiteitstheorie van Jeroen

Telkens als ik daar loop moet ik aan hem denken, bij iedere pas die ik zet zijn mijn gedachte bij hem, ik groet zijn huis bij het passeren,  en denk terug aan hoe het was om daar te zijn, de gesprekken, mijn adviezen, zijn verhaal en zijn adviezen. Aanvankelijk kwam ik langs voor de fysieke hulp, maar al snel bleek dat hij stervende was. De pijn die ik kan hebben tijdens het lopen, is relatief met de pijn die hij geleden heeft, of de pijn die zijn familie nog iedere dag heeft met zijn gemis. Wat zeur ik nou als ik daar loop, wind, regen of extreme warmte, als ik daar loop besef ik het mezelf maar al te goed,  mijn prestatie staat in het niets met de prestatie van het leven, lopen is relatief, een tijdverdrijf om me beter te voelen!