Negenentwintig kilometer heb ik gelopen. En volgens de statistieken zeer constant. Op de vijf kilometer, de tien, de vijftien, de twintig en de vijfentwintig liep ik continue op dezelfde eindtijd. Geschatte eindtijd 3 uur en 18 minuten. Me een verval van 7 minuten in de laatste 13 kilometer, zou ik nog een PR lopen. Ongelooflijk. En toch kon ik niet verder.
Zondag was een prima dag. Mijn voorbereiding was prima. Op tijd op, voldoende gegeten en klaar voor de actie. Vroeg in het startvak, warm genoeg gekleed, en een kwartiertje voor de start nog even plassen in een leeg petflesje. Klaar voor de start dus. Lee Towers zette een prachtige stemming in met een kanonschot werden we letterlijk afgeschoten!
De eerste kilometers zijn altijd rommelig. Zeker als je moet starten achter de estafette lopers. En als je dan een estafette loper een schoppende beweging ziet maken naar een loopmaatje (de idioot), dan ben je blij dat je enkele kilometers later in je eigen ritme kan lopen!
Een Purmerender liep de eerste kilometers met me op. Alle anderen was ik al snel kwijt. Stom, ik had misschien beter bij ze kunnen blijven, want vanaf kilometer acht liep ik praktisch alleen. Ik haalde nog wel een van onze estafettelopers in, maar verder bleef ik alleen. Ondanks de vele andere lopers, ondanks het vele publiek. Ik was alleen en in mezelf gekeerd.
Twijfel was er niet. Ik moest nog wel aan de vorige mislukking in Rotterdam denken, maar dat was met blaren. Veel blaren. Heel veel blaren. En nu liep ik heus ook wel mijn voeten iets stuk, maar ach....En onderweg voelde ik heus wel wat duurloop ongemakken, maar eigenlijk ging het lopen vanzelf.
Diep in mezelf, tijd voor overpijnzing. Op sommige stukken was de marathon prachtig. Veel publiek. Luide aanmoedigingen. Drummers onder een brug. Allemaal prachtige momenten. Maar ik was vooral in mezelf bezig. En dan schrik je als je gaat beseffen dat je ook kan uitstappen. "Nee, uitlopen sukkel"; was een van die gedachten. En nog besef je dan niet dat je dan eigelijk al aan het opgeven bent!
Het lullige van de marathon van Rotterdam is dat je de finish ruikt als je de Erasmusbrug weer over gaat. Je hoort de speaker, En je ziet de finishstraat. En plassen op 29 kilometer was mijn Waterloo. Ik kon het niet meer opbrengen. Ik kon niet meer verder. Mijn lijf was nog lang niet op, maar mijn geest was volledig geparkeerd. Dikke tranen rolde over mijn wangen in mijn aftocht naar de finish. Vele verwonderde blikken kreeg ik, terwijl ik wandelend over de koopgoot, volledig gedesillusioneerd, mijn gang naar de kleedruimte maakte. En niemand die zich om mij bekommerde, dat was wel raar.....
Zondag was een prima dag. Mijn voorbereiding was prima. Op tijd op, voldoende gegeten en klaar voor de actie. Vroeg in het startvak, warm genoeg gekleed, en een kwartiertje voor de start nog even plassen in een leeg petflesje. Klaar voor de start dus. Lee Towers zette een prachtige stemming in met een kanonschot werden we letterlijk afgeschoten!
De eerste kilometers zijn altijd rommelig. Zeker als je moet starten achter de estafette lopers. En als je dan een estafette loper een schoppende beweging ziet maken naar een loopmaatje (de idioot), dan ben je blij dat je enkele kilometers later in je eigen ritme kan lopen!
Een Purmerender liep de eerste kilometers met me op. Alle anderen was ik al snel kwijt. Stom, ik had misschien beter bij ze kunnen blijven, want vanaf kilometer acht liep ik praktisch alleen. Ik haalde nog wel een van onze estafettelopers in, maar verder bleef ik alleen. Ondanks de vele andere lopers, ondanks het vele publiek. Ik was alleen en in mezelf gekeerd.
Twijfel was er niet. Ik moest nog wel aan de vorige mislukking in Rotterdam denken, maar dat was met blaren. Veel blaren. Heel veel blaren. En nu liep ik heus ook wel mijn voeten iets stuk, maar ach....En onderweg voelde ik heus wel wat duurloop ongemakken, maar eigenlijk ging het lopen vanzelf.
Diep in mezelf, tijd voor overpijnzing. Op sommige stukken was de marathon prachtig. Veel publiek. Luide aanmoedigingen. Drummers onder een brug. Allemaal prachtige momenten. Maar ik was vooral in mezelf bezig. En dan schrik je als je gaat beseffen dat je ook kan uitstappen. "Nee, uitlopen sukkel"; was een van die gedachten. En nog besef je dan niet dat je dan eigelijk al aan het opgeven bent!
Het lullige van de marathon van Rotterdam is dat je de finish ruikt als je de Erasmusbrug weer over gaat. Je hoort de speaker, En je ziet de finishstraat. En plassen op 29 kilometer was mijn Waterloo. Ik kon het niet meer opbrengen. Ik kon niet meer verder. Mijn lijf was nog lang niet op, maar mijn geest was volledig geparkeerd. Dikke tranen rolde over mijn wangen in mijn aftocht naar de finish. Vele verwonderde blikken kreeg ik, terwijl ik wandelend over de koopgoot, volledig gedesillusioneerd, mijn gang naar de kleedruimte maakte. En niemand die zich om mij bekommerde, dat was wel raar.....
Reacties
Een reactie posten