Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Ik moet oprecht iets kwijt!

 Jaren geleden had ik een advocaat nodig. Een vriend nam me mee naar Oprecht Advocaten. Dat was een goede keus! De naam dekte de lading, Oprecht; dus eerlijk en betrouwbaar. Jarenlang hoorde je het woord zelden voorbijkomen. Oprecht was iets dat specifiek gebruikt werd. Het is ook niet zomaar een woord en je moet het niet overal aan vast plakken. Tot eind vorig jaar! Alles en iedereen is ineens oprecht. Je kan de televisie niet aanzetten, of oprecht komt voorbij. In mailings, de krant of in doodnormale conversaties. Oprecht komt overal opduiken. Mijn kinderen zijn er ook goed in. Met regelmaat zijn ze oprecht blij, oprecht goed of oprecht in alles. Maar daar liggen mijn vraagtekens. Is oprecht niet een woord dat teveel wordt gebruikt? Dat vaak gebezigd wordt in een context dat het overbodig is? "Ik heb oprecht goed gevoetbald pap"!; zei mijn zoon een aantal weken geleden. Ik heb goed gevoetbald zou voldoende zijn geweest... En gisteren las ik een mail van een software program

Minuten lang

Ruim 18000 dagen geleden ben ik geboren. Een hele dikke 26 miljoen minuten geleden. Zeg maar veel tijd om wat in te beleven. Of wat om te onthouden. Het lijkt veel, maar het is niks, want we zijn in het hier en nu, en wat geweest is komt niet meer, en wat komt dat weten we niet.  Toch zijn we vaak in het verleden, of in de toekomt. Bang of blij voor wat komen gaat, trots of juist verdrietig over wat geweest is.  De meesten van ons worden ‘gelukkig’ geboren. De één iets meer dan de ander, maar over het algemeen scoren we goed. En als er niets is, helemaal niets, blanco dus, dan gaan we weer terug naar die ‘nul’-modus. Niets om je druk over te maken wat geweest is of nog gaat komen, maar gewoon een gevoel van geluk. Toch is het zonde dat we daar vaak niet zijn. Dat we ons laten leiden door de maatschappij. Door verwachting. Of door hardnekkige boosheid, verdriet, of angst die blijft hangen omdat we het blijven voeden. Of omdat onze omgeving het blijft voeden. Of omdat we onszelf niet kun

In de herkansing...

Ik was nog maar een jongetje. Zeventien jaar oud en een wijsneus. Ik dacht dat ik de wijsheid in pacht had, maar was nog maar een hopeloze dromer. Weinig meegemaakt en onbevangen. En daar stond ik dan, in de rij te wachten voor de Europa hallen van de Rai, voor een concert van U2. Mijn eerste live concert, want verder dan circus Bassie en Adriaan was ik nog niet gekomen. Ik was net terug uit Rusland, terug uit Oost en West Berlijn. Twee weken voor de val van de Berlijnse muur en U2 kwam optreden in Nederland, voor de Rattle en Hum tour. De platen draaide ik grijs, en the Joshua Tree, mijn eerste gekochte CD was steevast op repeat in mijn stereo-installatie. Het waren de theatrale klanken van het intro van 'Where the steets...' die ons fans naar binnen trokken de zaal in. Ik had wel eens gehoord van BB King, maar die avond werd ik ook gegrepen door de Blues van deze man. Wat een performer, en hij niet alleen. Zijn opzwepende blues met aanstekelijke 'swingende blazers' ma

29 oktober!

Vandaag is het 29 oktober. Nog heel even, want de dag is bijna voorbij. Voor de meesten van jullie zal het gewoon een dag zijn als andere dagen. Een zaterdag deze keer, maar het had iedere andere dag van de week kunnen zijn. Voor mij niet. Voor mij is het een dag met een lading. En sinds afgelopen week zelfs met een dubbele lading. 29 oktober 1969 werd mijn broer geboren. Ik was er (natuurlijk) nog niet, want ik kwam pas een paar jaar later om de hoek gluren. Maar mijn broer is er niet meer. En dan wordt een verjaardag ineens een geboortedag. Dan ga je naar zijn ouders en stuur je een berichtje naar zijn vrouw. Dan sta je stil bij het leven, en denk je na over de dood. 29 oktober 1991 werd Ezgi geboren. Een hele, hele lieve meid, die een half jaar geleden ineens in ons leven kwam. Haar uitstraling was zacht en de gesprekken die we voerden met haar waren warm en lief. Een fijne en mooie vrouw. En in de korte tijd die we haar hebben leren kennen, hebben we een intense band met haar opgeb

Life is short...

 Precies één jaar geleden, op de verjaardag van mijn dochter, sprak ik hem voor het laatst. Ik was op bezoek in Amersfoort en we hebben veel herinneringen uit onze jeugd opgehaald. We hebben gelachen en zure grapjes gemaakt. En ook vertelde hij over zijn hoop voor de toekomst. Een toekomst waarvan hij geen onderdeel meer zou zijn. Hij had jeuk. Lag te schuren met zijn hele lijf tegen zijn bed. En hij kon ook moeilijk op zijn rechterzij liggen. Zijn vrouw maakte de laatste foto van ons. Een laatste tastbare herinnering van die bewuste ochtend. Twee weken daarvoor was ik ook in Amersfoort. Aan de telefoon wist ik heel goed over alles of niks te kletsen, maar in real life, zeker als je weet dat het einde nadert, was het ongemakkelijk. Nadat ik weg gereden was, ben ik zelfs weer teruggegaan. Om te zeggen dat ik van hem hou, en om datzelfde tegen mijn vader te zeggen. Mijn vader vond dat goed, en uit zijn mond is dat toch wel een compliment! De volgende avond werd ik uit mijn bed gebeld. He

Voor Arjan

  In mijn hele leven is er niemand anders geweest  met wie ik het meer oneens ben geweest dan met hem! Twee broers  met dezelfde ouders. Opgegroeid in dezelfde huizen, Met dezelfde opvoeding. Maar wel anders gevormd! Van jongs af aan strijd, Van jongs af aan  verschillende inzichten. Ik heb altijd vanaf de zijlijn meegekeken, hoe hij de discussie probeerde te voeren met onze vader.  Zinloos,  want van een Bijman win je nooit een discussie, WIJ HEBBEN ALTIJD GELIJK! Wij zijn dus toch uit hetzelfde hout gesneden. De boodschap die we allebei willen uitdragen is goed! Een boodschap van positiviteit, Een boodschap van geluk  En een boodschap van liefde. Ik heb een leuke  en mooie jeugd gehad, Met goede herinneringen. Vooral van ons samen, Veelal aan het sporten, We zijn verbonden voor het leven, En daarom doet het zoveel pijn. Maar zijn energie zal altijd blijven voortbestaan, We hebben dezelfde vader,  dezelfde moeder, zijn gebouwd uit dezelfde st

Zonder mijn broer

  In mijn ogen ben ik altijd onverwoestbaar geweest, tot mijn dochter geboren was. Ik stond op de derde verdieping, in een kamer van het ziekenhuis en keek naar beneden, de binnentuin in. Daar liepen mijn ouders. In mijn trots wilde ik het kleine meisje omhoog houden, maar ik kreeg het spontaan benauwd van de kwetsbaarheid die daarop volgde. Voor het eerst in mijn leven was leven niet meer vanzelfsprekend. De breekbaarheid ervan was onderdeel geworden van mijn gedachten. Ik wist al jaren dat mijn broer niet oud zou worden. Maar vanaf november werd die realiteit toch wel een nare nachtmerrie. En toen hij een aantal weken geleden belde dat het nog maar heel kort zou zijn, leek de tijd wel even stil te staan. De breekbaarheid van het leven. Versterkt door het verdriet van mijn ouders, en het leed van zijn vrouw en kinderen.  Sinds 11 maart is het zover. Zijn laatste adem heb ik beleefd, en sindsdien is de druk op mijn borst wel weg. Maar ook de hoofdpijn die ik ervan kreeg. Die hebben