Doorgaan naar hoofdcontent

De West Coast Challenge

Weinig blogs van mij de afgelopen weken. Drukke tijd, maar ook weinig gelopen. Dat was ook nodig. Na de Berenloop was er een nog groter doel, de West Coast Challenge. En rust met weinig lopen en veel eten was de best mogelijke voorbereiding!

De spanning werd in de afgelopen week wel steeds iets groter. Oké, ik had er zin in, ik wilde het en was er klaar voor. Maar toch, ik wist niet wat er allemaal zou gaan gebeuren, en door het koude winterweer was ik vooral bang om teveel of te weinig kleding te dragen. Teveel om te lopen en te weinig om te fietsen. Ik heb er zelfs een nacht van wakker gelegen!

Donderdag avond was voor mij eigenlijk de start van mijn race. Thuis gekomen, speciaal eten, het bekende recept van macaroni met druiven en meloen. Terwijl ik 's ochtends al aan de bietensap en de carboloader had gezeten. Daarna begon 'het grote inpakken'. Mijn grote sporttas volgestopt. Eerst met de wedstrijdkleren. Herzogkousen, wintertight van Pearl-Izumu, onderbroek, Nike pro combat ondershirt met lange mouwen, Nike pro combat warmtetrui, nike dri-fit windstopper jas, Newline Muts, bril, Gomotion beltledlamp, winterfietshandschoenen (iets dikker dan loophandschoenen, iets dunner dan winterhandschoen), en dan..........Reservekleding, heel veel. Onder andere mijn compressie broek. Meteen al eronder aan, of bewaren voor een eventuele wissel als ik koud of nat zou worden. Reserve thermoshirts, reserve mutsen, reserve handschoenen (dikker en dunner) en natuurlijk niet te vergeten; mijn hardloopschoenen. Ik wilde starten op mijn oude Asics Nimbus-sen, maar mijn saucony Truimph en Asics Excel heb ik ingepakt als reserve schoenen. Het eten was divers. Repen, koeken, winegums en ook gelletjes. Lege bidons, sportdrankpoeder en flesjes met sportdrank namen ook best wat ruimte in van mijn tas. Op het laatste moment heb ik nog windstopper mountaibike jas in de tas gestopt en daar was ik achteraf heel blij mee!

Vrijdag was helemaal een dag vol spanning. Aanvankelijk had ik mezelf vrij gepland in mijn agenda, maar ach, eerst twee patiënten, toen vijf en uiteindelijk van negen tot vier gewerkt. Tussendoor met Louis (met hulp van PCS) mijn fiets nog gereed gemaakt met trappers van de spinningfietsen en een lamp die we ook hadden gebruikt bij de Roparun van drie jaar terug. En na vieren begon mijn avontuur met Louis echt. Samen eten, nog eens de presentatie en mails van de organisatie doorgenomen. Bietensap en Carboloader stonden natuurlijk ook weer op het menu en de muziek was ook opzwepend! Het was mijn vader die ons met fiets en tassen naar Den Helder heeft gebracht. Weer een stap dichter bij de start.


In Den Helder aan gekomen leek het rustig. Natuurlijk stond er veel troep, want ook de andere teams hadden veel meegesleept. Maar in verhouding met de gewone wedstrijden waar ik dit jaar aan meegedaan heb, bevond ik me nu in een klaarblijkelijk in een select gezelschap. Naast het wisselstartnummer en het fietsbord, kregen we van de organisatie ook een hoofdlamp en een muts cadeau. Uiteindelijk heb ik die muts tijdens mijn Challenge op gehad.De andere mutsen zijn keurig ingepakt gebleven.

Na de briefing van de organisatie en vier bakken koffie belandden we vervolgens in een slaapzaaltje van de marine. Met drie andere teams, verdeeld over vier stapelbedden, werd alles voor de wedstrijd klaargezet. De rugtas vol. Toch ook met mijn compressiebroek. En alle telefoons werden opgeladen, ondanks dat er maar twee stopcontacten in onze kamer waren. Nog proberen te slapen. Voor zeven lopers was dat een opgave, omdat Luis al direct onder ons lag te snurken. Desondanks was het mijn telefoon die ons allemaal om 03:30 uur uit onze slaap wekte. De uitdaging stond op het punt om te starten!

Aankleden, ontbijten, natuurlijk met de gebruikelijke lopers wedstrijdvoorbereiding, alles checken en naar buiten. Het vroor wel, maar koud leek het niet. Wat wil je met al die kleding aan. En op het laatste moment hebben we nog besloten om het fietsjasje in te zetten om te gaan wisselen tijdens het lopen. Maar ja, die had Louis aan, want ik zou starten met lopen. Het was een klein stukje wandelen naar het botenhuis van de KNRM en daar aangekomen kregen we de GPS-trackers uitgereikt. Die gingen in de tas bij de fietser, vandaar dat we soms met hoge snelheid zijn gesignaleerd. Dat was dus niet de actuele loopsnelheid.

Om vijf uur, eindelijk starten. Met een lichtkogel werden we afgeschoten, maar al snel liep ik op een dijk in het donker. Maar mijn lamp was helder en goed genoeg om mijn route te verlichten. De voorste twee waren zo  vertrokken. Die gingen hard zat. Maar twaalf en een halve kilometer per uur was voor mij een mooie snelheid. Ook omdat het glad was op die dijk. Omringt door een groep Volendammers liep ik op naar ons wisselpunt; het begin van het strand. Ik kreeg mijn rits van de wisseljas niet dicht, en daarna was het heel glad om op het strand te komen, om vervolgens volledig geparkeerd te staan in het zachte natte zand. Met paniek in de benen, want Louis was al lang weg en ik kwam daar niet weg kwam ik uiteindelijk op gang. En langzamerhand werd het strand beter, zodat ik al fietsend al die deelnemers weer kon inhalen, want Louis liep op de vierde plaats. Om op tien kilometer weer van de fiets te gaan. Op voor mijn tweede loopbeurt.

Het kostte Louis ook een kilometer de tijd voor hij weer bij mij terug was. Het tempo was goed, en ik haalde zelfs nog twee mensen in. Nog steeds twaalf en een halve kilometer per uur. En het was geweldig om zo in het stikke donker, met een prachtige sterrenhemel boven ons, besneeuwde duinen links van ons en een ruisende zee rechts van ons te lopen. Ondertussen kwamen er wel twee rappe kleppers voorbij zetten, maar het was daar dat Louis mij vertelde dat hij gevallen was. In zijn eerste loopmeters, direct bij het oplopen van het strand. Op de basaltblokken. Kut, hand stuk, maar het viel mee, zei hij.....

Vlak voordat we de Hondsbosche zeeweering opliepen, was er weer een wissel waarbij ik moest lopen. En daar was weer een wonderschoon moment. Een zeehond schoof over het strand richting zee. Ik denk dat ik maar anderhalve meter rechts van hem liep, dus struikelen was best mogelijk geweest. Ongelooflijk, een beeld dat ik nog zo voor me zie!

Maar ook het betreden van de zeewering was prachtig. Mooi verlicht door de organisatie, liep een spekglad pad een dam op. Wat een verschil. Lopen op het strand in vergelijking met lopen op opgevroren sneeuw. In ieder geval een stuk waar we iets rustiger hebben gelopen om veilig erover te komen. Achteraf ook een stuk waar Louis het heel zwaar heeft gehad. Met het begin van een kramperige pijn in zijn kuiten. Waarschijnlijk omdat de schrik uit zijn lijf was, maar het besef van zijn val erin sloop!

Weer op het strand was het prachtig. Zonsopgang, nog steeds koud en op drie uur koers hadden we precies 36 kilometer gelopen. Heerlijk rustig was het nog aan het strand. Grappig om af en toe door een aantal diehards te worden aangemoedigd, en heerlijk waren de mobiele posten van de KNRM! Het was denk ik bij Egmond dat de vragen van Louis aan mij begonnen over hoe zwwar ik het had. Het was daar dat ik me ging afvragen of we verder dan IJmuiden zouden komen!

Ondertussen kon ik zien dat de broek van Louis stuk was bij zijn linker knie. En hij liet vluchtig zijn linker hand zien, maar die zag er ook niet helemaal lekker uit. Maar vooral zijn tempo baarde me zorgen. "Als ik eenmaal loop gaat het wel Jeroen" zei hij. Non-verbaal zei hij iets heel anders. Het was op zo'n twaalf kilometer voor IJmuiden dat de knoop is doorgehakt. IJmuiden als ons Waterloo. Daar zouden de tassen staan, dus dat was het beste punt om uit te stappen. Louis is blijven lopen, hoewel onze wissels korter werden. En ondanks dat ik nog op hetzelfde tempo liep; twaalf en een halve kilometer per uur, had ook ik het best zwaar. Dan wee koude handen, dan weer warme handen. Dan weer koude voeten, dan weer warmen voeten. Maar de kleding was goed, en ons wisseljasje was top!


In IJmuiden wachtte ons een prachtig toetje. Overgezet worden met een reddingsboot. Strandpaviljoen Noordzee was onze finish. Op de helft. Verstandig en ook best knap, dat is wat ik mezelf voor hou. En de hand van Louis was het bewijs dat hij niet zachtjes is gevallen. En vermoeid was ik zeker. Ik heb bijna klokkie rond geslapen. De organisatie was geweldig, het avontuur ook. Dus volgend jaar........???

Reacties

  1. Wat sterk om zo'n besluit te nemen.
    Voor mij is IJmuiden niet jullie Waterloo geworden, maar jullie Arc de Triomph. Samen hebben jullie 61 km afgelegd, 3 uur in het donker gelopen, de zon zien opkomen. Daardoor een uniek evenement beleefd.
    Samen het besluit nemen om te stoppen is hard op dat moment, maar het zal jullie sterker maken.

    Ik hoop dat het goed gaat met de hand en knie van Louis?

    Groet,

    Edwin Griedsoorn, Team 19

    edwin@griesdoorn.nl

    nb: Ik sliep in het onderbed bij het raam.....

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Zonder onze leeuw!

 Hij kwam bij me omdat hij pijn in zijn knie had. Maar het was een doelbewuste actie. Tijdens het uitlaten van zijn honden, had hij me wel eens zien lopen met een groeppie, en dat leek hem ook wel wat. Eerst herstellen was mijn advies. Maar hij had haast en kon niet wachten met aansluiten. Zijn enthousiasme was toen al bijna niet te temperen. Zo heb ik hem eigenlijk alleen maar gekend. Zijn geduld werd beloond, en de donderdag avond was de eerste kennismaking met de groep. Na één training was hij eigenlijk al een vast onderdeel van de groep. Op de zondag kon hij nog niet mee, dan loop ik al met twee andere vrienden. Maar met jouw knie is dat op dit moment ook te ver vriend was mijn antwoord. Toch liep hij frequent, bijna te toevallig, met zijn hondjes op de plek waar wij onze ronde begonnen. Een paar weken later liep hij ons opeens tegen het lijf in hardloopkleren. "Nou, dan loop ik meteen toch ff een stuk mee!"; was zijn mededeling. En dat terwijl wij net een lange training

Afscheid nemen doet pijn

Het was op een stormachtige avond dat ik gebeld werd. Ik wist meteen wat er aan de hand was. Ik lag net te slapen, maar nu was het zaak van opstaan en vertrekken. Corona was zo hevig aanwezig dat we eigenlijk de weg niet op mochten. Er was een avondklok. Maar dit was belangrijker, dus samen met mijn vader en moeder zijn we naar het ziekenhuis in Amersfoort gereden. De rit was onwezenlijk. Je weet wat er te wachten staat, maar als het moment dan zover is en de realiteit je inhaalt, dan is er niks anders dan berusting en verdriet. Eenmaal aangekomen bij het ziekenhuis, hebben we de auto vlak voor de ingang van de EHBO geparkeerd. Het was midden in de nacht dus alle ruimte. Bij binnenkomst werden we snel naar de juiste kamer geleid en daar lag hij dan… Omdat hij uitbehandeld was, was hij een aantal weken daarvoor naar huis gestuurd. Het gaf mij de kans om alles te bespreken. Alles over vroeger, alles over nu, alles wat ons dwarszat, maar ook de kans om te zeggen dat ik van hem hou. Jammer

Relativiteitstheorie van Jeroen

Telkens als ik daar loop moet ik aan hem denken, bij iedere pas die ik zet zijn mijn gedachte bij hem, ik groet zijn huis bij het passeren,  en denk terug aan hoe het was om daar te zijn, de gesprekken, mijn adviezen, zijn verhaal en zijn adviezen. Aanvankelijk kwam ik langs voor de fysieke hulp, maar al snel bleek dat hij stervende was. De pijn die ik kan hebben tijdens het lopen, is relatief met de pijn die hij geleden heeft, of de pijn die zijn familie nog iedere dag heeft met zijn gemis. Wat zeur ik nou als ik daar loop, wind, regen of extreme warmte, als ik daar loop besef ik het mezelf maar al te goed,  mijn prestatie staat in het niets met de prestatie van het leven, lopen is relatief, een tijdverdrijf om me beter te voelen!